Conrad Gietman, Republiek van adel. Eer in de Oostnederlandse adelscultuur (1555-1702) (Van Gruting, Westervoort 2010). ISBN 978-90-7587-950-6, 343 pagina's.
Republiek van adel gaat over adellijke mythes, obsessies met afkomst, hoofse liefde, vrouwelijke lijdzaamheid en rebellie, schakingen, jachtruzies, gekwetste eer, wraak en de dood. Het is een studie over normen, waarden en ambities van Oost-Nederlandse edelen in de tweede helft van de zestiende en de zeventiende eeuw. De Republiek der Verenigde Nederlanden is in ons nationaal bewustzijn verankerd als een samenleving van kooplie¬den en regenten. Deze voorstelling berust op het 'Hollandse wonder' van de Gouden Eeuw. Maar waar Holland zich in de zeventiende eeuw kenmerkte door de macht van burgerlijke regenten en een bloeiende stedelijke cultuur, was in de oostelijke gewesten sprake van een traditionele standensamenleving waarin de adel onmiskenbaar de toon aangaf. Macht en aanzien lagen hier in handen van families als Bentinck, Van der Capellen, Van Haersolte en Ripperda. Zij leefden in de overtuiging dat zij op grond van hun adellijke afkomst waren geroepen om te heersen over land en mensen. Eer vormde het belangrijkste ordeningsprincipe in het bestaan van Oost-Nederlandse edelen. Door dit eerbegrip te ontrafelen en als sleutel te hanteren tot hun leef- en gedachtewereld ontstaat een nieuw, verrassend beeld van een merkwaardige, fascinerende beschaving in het oosten van de Republiek.