In het kader van het succesvolle excursieproject Adelscultuur in het Gelders-Utrechtse rivierengebied werd op zaterdagmiddag 19 september een bezoek gebracht aan het stadje Buren. Het stadje is sinds 1495 het middelpunt van het gelijknamige graafschap. De titel graaf van Buren wordt nog steeds door de koning gebruikt. Het stadje en het kasteel vormen een twee-eenheid. Het kasteel Buren werd in 1803 gesloopt met uitzondering van het zeer omvangrijke verdedigingsstelsel uit het tweede kwart van de 16de eeuw waarin nog kazematten aanwezig zijn. Het kasteel werd voor het eerst genoemd in 1296 en behoorde aan de heren van Buren. Door vererving kwam het in handen van de heren van Egmond, die ook heren van IJsselstein en Leerdam waren en een belangrijke rol speelden in de laatmiddeleeuwse politiek. De laatste heren van Egmond-Buren lieten door de Italiaanse architect Pasquilini niet alleen het kasteel vernieuwen maar ook de toren van de kerk verhogen. Door het huwelijk van erfdochter Anna van Egmond van Prins Willem van Oranje kwam het in bezit van de Oranjes. Na de dood van de oudste zoon Philips Willem kwam Buren in bezit van Prins Maurits en vervolgens van Frederik Hendrik. Hun zuster Maria, die op het kasteel woonde, stichtte in 1613 het weeshuis (nu museum). Na het overlijden van Prins Fredrik Hendrik die het kasteel ingrijpend moderniseerde woonde de Oranjes niet meer in Buren. In 1803 werd het kasteel gesloopt, maar de Oranjes behielden de titel Graaf van Buren.
Het in de bocht van de Korne gelegen stadje met de geometrische plattegrond is een zogenaamd bastidestadje en is nog vrij gaaf behouden. In het centrum staat de laatgotische pseudo-basiliek met de grafkelder van de heren van Buren. Het onderste deel van de toren dateert nog uit de 14de eeuw en werd omstreeks 1540 door Pasquilini met een achtkant verhoogd. De architect van Frederik Hendrik, Pieter Post verhoogde de toren nogmaals.
Het tegenover de toren gelegen stadhuis dateert uit de late middeleeuwen en werd in 1554 door het stadsbestuur aangekocht om als stadshuis dienst te doen. Het werd in 1612 verbouwd en kreeg in 1739 het huidige front. Het gebouw is nu als Oranje-Nassau museum in gebruik en toont veel elementen uit de tijd van de Egmonds. Het imposante weeshuis, dat de verschijningsvorm heeft van een paleis, werd in 1612 in opdracht van Maria van Nassau in 1612 gebouwd door de architect Adriaan Frederik van Oudendijck. Het ligt in het noordoostelijke deel van de stad. Het is nu ingericht als marechausseemuseum. De stad bezit nog het grootste deel van de middeleeuwse stadsmuren. Het noordelijke deel ligt achter een in 1612 opgeworpen wal. Van de stadspoorten resteert de Culemborgse- of Huizerpoort die de verbinding met het kasteel vormde. In het beschermde stadsgezicht van Buren staan nog veel 15de-, 16de- en 17de-eeuwse woonhuizen.